De politiek is al jaren in de greep van technocratie en angst. Discussies gaan zelden nog over idealen of de samenleving die we willen opbouwen. In plaats daarvan worden debatten gedomineerd door spreadsheets, rekenmodellen en kille haalbaarheidsanalyses. Tegelijkertijd buitelen partijen over elkaar heen in het bespelen van de angst van kiezers – voor verandering, voor verlies, en vooral: voor de ander.
Te veel politici spinnen garen bij het voeden van wantrouwen. Vreemdelingen, moslims, mensen die ‘anders’ zijn – zij worden te vaak neergezet als bedreiging. Niet om wie ze zijn, maar omdat het politiek scoort. Angst is een makkelijk wapen, en in een politiek klimaat waar visie ontbreekt, is het al snel het enige dat overblijft.
Daarom is het zo hoopgevend dat er signalen zijn dat idealisme terugkeert. Zoals in New York, waar de 33-jarige Zohran Mamdani de Democratische voorverkiezingen voor het burgemeesterschap won. Niet dankzij vage beloftes of holle slogans, maar met een uitgesproken links programma: bevriezing van de huren, gratis openbaar vervoer, betaalbare overheidswinkels en een minimumloon van 30 dollar per uur in 2030. In het hart van het kapitalisme kiest iemand openlijk voor sociale rechtvaardigheid – en wint.
Ook in Nederland zien we aarzelende stappen richting principiële politiek. Binnen PvdA/GroenLinks woedde een discussie over een wapenembargo tegen Israël. Dit voorstel werd meteen weggezet als ‘ineffectief’. In Trouw van 28 juni stelt hoogleraar Jeroen Klomp dat Nederland nauwelijks militaire goederen levert, dat Israël zijn wapens elders wel vindt, en dat internationale steun ontbreekt. Dus waarom zouden we?
Maar wie morele keuzes alleen wil maken als ze direct effect hebben, heeft zijn politieke veren afgeschud en is het politieke kompas verloren. Een wapenembargo is in de eerste plaats een moreel signaal zijn: hier trekken wij een grens. Niet omdat het alles verandert, maar omdat zwijgen erger is. Politiek is niet alleen beleid, het is ook houding. Ruggengraat.
En precies dat is wat de linkse politiek te lang heeft gemist. In plaats van idealen leidend te maken, is ze meegegaan in de angstlogica van rechts. Te bang om ‘wereldvreemd’ te lijken, te druk met ‘verantwoord bestuur’, verloor ze haar vermogen om hoop te bieden.
Laat de verkiezingen in oktober daar het keerpunt in zijn. Laat het deze keer niet gaan over marges in belastingtarieven of ander technisch geneuzel dat niemand meer raakt. Laat het gaan over wat ertoe doet: het recht op een betaalbare woning voor jongeren. Iedere jongere een voltooide opleiding op zijn of haar niveau. Investeren met lef in innovatie, wetenschap en productie – zodat Nederland weer een kenniseconomie wordt die iets durft te maken in plaats van alles uit te besteden. Bestaanszekerheid die niet telkens opnieuw ter discussie staat. Zorg die beschikbaar blijft voor iedereen.
En vooral: laat het gaan over wat voor een samenleving we willen zijn, waar staan we voor? Een land dat zich laat leiden door angst, of een land dat durft te kiezen voor solidariteit, vertrouwen en toekomst?
Idealistische politiek is geen luxe, het is noodzaak. Niet om naïef te dromen, maar om richting te geven. Want tegenover de angst van rechts, moet links iets sterkers zetten: hoop.
Ontdek meer van Ged88 - Gedachten
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.