Onbepaald door het lot vertelt het verhaal van György Köves, een 14-jarige Joodse jongen uit Boedapest, tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1944 wordt hij opgepakt en gedeporteerd naar de concentratiekampen Auschwitz, Buchenwald en Zeitz.
Het boek is geschreven door Imre Kertész (1929 – 2016). In 2002 werd aan Imre Kertész. Onbepaald door het lot is de eerste en meest invloedrijke roman van Imre Kertész en werd voor het eerst in 1975 gepubliceerd in Hongarije. In eerste instantie kreeg het boek weinig aandacht, maar dit veranderde toen het in het Duits werd vertaal. In 2005 is het boek ook verfilmd.

Wat het boek bijzonder maakt, is de afstandelijke en bijna nuchtere toon waarin György, de hoofdpersoon, zijn ervaringen beschrijft. Hij ondergaat de verschrikkingen van de kampen met een soort verwondering en probeert zelfs binnen de gruwelijke realiteit logica en structuur te vinden. Niet uit naïviteit, maar omdat hij zich voortdurend probeert aan te passen om te overleven.
Het boek is autobiografisch geïnspireerd — Kertész baseerde het op zijn eigen ervaringen — maar het is géén klassiek getuigenisboek. Het is eerder een existentiële roman over het verlies van vrijheid, de ontmenselijking, en het zoeken naar betekenis binnen een systeem dat elke vorm van menselijke waarde ondermijnt.
Na de bevrijding keert György terug naar Boedapest, waar hij geconfronteerd wordt met onbegrip van zijn omgeving en de vraag of zijn ervaringen “verschrikkelijk” waren. De roman is omstreden omdat de hoofdpersoon zegt dat hij ook momenten van geluk beleefde in die kampen: ‘Iedereen had het over ontberingen en ‘gruwelen’, maar die kleine gelukservaringen waren het belangrijkste geweest.’ Tegenover het Amerikaanse tijdschrift Newsweek verklaarde Kertész eens: ‘Ik beleefde mijn meest wezenlijke geluksmomenten in het concentratiekamp. Je kunt je niet indenken wat het betekent om in het kampziekenhuis te mogen liggen, of om 10 minuten pauze te krijgen van onbeschrijflijke arbeid. Om zo dicht bij de dood te staan is ook een soort geluk. Alleen al het overleven is de grootste vrijheid die je kunt beleven.’
Stijl
Imre Kertész gebruikt een sobere, observerende stijl die bewust afstand houdt van grote emoties. De hoofdpersoon doet verslag zonder opsmuk of drama, wat de gruwel juist schrijnender maakt. De zinnen zijn vaak lang, reflecterend, en gebouwd op logica — alsof György voortdurend probeert vat te krijgen op wat hem overkomt.
Deze afstandelijkheid is geen naïviteit, maar een manier om te overleven én om het absurde van de situatie bloot te leggen. Het zorgt ervoor dat de lezer het lijden niet alleen voelt, maar ook moet bevragen.
Een treffend citaat uit Onbepaald door het lot dat de toon, stijl én het thema van onverschilligheid mooi samenvat:
“Er bestaat geen bijzonder of buitengewoon lijden, alleen gewoon lijden.”
Dit eenvoudige, bedachtzame zinnetje vat perfect de afstandelijke stijl van de hoofdpersoon samen: György analyseert zijn ervaring zonder grote woorden, alsof hij zelfs het lijden rationeel probeert te begrijpen. Het lijden wordt gewoon gemaakt.
Tegelijk raakt het aan de onverschilligheid van de buitenwereld: als lijden ‘gewoon’ is, lijkt het inwisselbaar en dus makkelijker te negeren. De wereld wil uitzonderlijkheid horen om geraakt te worden — wie “gewoon lijdt”, wordt sneller vergeten.
Waarom is dit boek nog steeds actueel?
In een tijd waarin oorlog, discriminatie, uitsluiting en migratie dagelijks het nieuws bepalen, blijft Onbepaald door het lot pijnlijk relevant. Imre Kertész laat zien wat er gebeurt wanneer een individu verstrikt raakt in een systeem dat hem reduceert tot een nummer — een ervaring die ook vandaag voor miljoenen mensen werkelijkheid is.
De kille bureaucratie van de kampen, de passieve medeplichtigheid van de omstanders, en de leegte na terugkeer in een wereld die ‘gewoon doorgaat’ — dat zijn thema’s die we herkennen in hoe de samenleving vandaag omgaat met vluchtelingen, slachtoffers van geweld, of mensen die terugkeren uit conflictgebieden.
Kertész laat zien dat de grootste pijn soms pas begint na de bevrijding — wanneer de buitenwereld niet weet hoe te luisteren, of weigert te begrijpen. De eenzaamheid van György is die van mensen die trauma’s met zich meedragen in een wereld die snel weer door wil.
Ook nu worstelen overlevenden van systematisch geweld of onderdrukking met onbegrip, minimalisering of stilzwijgen. Kertész laat ons voelen hoe fundamenteel die onverschilligheid is — en hoe belangrijk het is om te blijven luisteren, lezen en erkennen.
Kertész vraagt ons niet om medelijden, maar om bewustzijn. Zijn roman is een les in morele waakzaamheid: over hoe snel vrijheid kan verdwijnen, hoe makkelijk mensen meegaan in het systeem, en hoe belangrijk het is om de menselijke ervaring nooit te reduceren tot statistiek.
In een tijd waarin rechtstaat, waarheid en empathie onder druk staan, is Onbepaald door het lot geen historische roman, maar een spiegel.
Ontdek meer van Ged88 - Gedachten
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.