Een afschuwelijk, maar prachtig boek!

In “Is dit een mens” beschrijft Primo Levi op realistische wijze de gang van zaken in Auschwitz, die er op gericht is om de bewoners van hun menselijke waardigheid te ontdoen. In het voorwoord blijkt dat dit boek, voor het eerst gepubliceerd in 1958, nog steeds actueel is. Hier schrijft Primo Levi:

“Veel mensen, en volken, zijn min om meer bewust de mening toegedaan dat ‘elke vreemdeling een vijand is’. Meestal ligt die overtuiging ergens diep weggestopt, als een sluimerend virus: ze komt alleen in losse, toevallige reacties tot uiting en leidt niet tot een samenhangend gedachtesysteem. Maar als dat wel gebeurt, als het onuitgesproken dogma het uitgangspunt van een sluitende redenering wordt, dan staat aan het eind van de keten het Lager.”

In de eerste zin van het voorwoord maakt Primo Levi zichzelf gelijk al klein door te schrijven “Tot mijn geluk ben ik pas in 1944 naar Auschwitz gedeporteerd”, nadat de leefomstandigheden in het kamp merkbaar verbeterd werden om de gemiddelde levensduur van de voor liquidatie bestemde gevangen te verlengen. Hiermee is de eerste alinea van het voorwoord, waarin het gaat over deportatie en geluk in dezelfde zin, kenmerkend voor het boek.

Primo Levi zat niet in het vernietigingskamp gezeten, maar in het werkkamp Buna-Monowitz. In het boek geeft hij een beschrijving van het transport, de ontvangst in het kamp en de dagelijkse gang van zaken en de omgang met de medegevangenen. Het zijn deze beschrijvingen, zijn observaties en wat dit met de mensen doet, wat dit een mooi boek maakt.
Wat er in het kamp gebeurt is verschrikkelijk, maar mede door het op een bijna zakelijke manier te beschrijven weet hij hier woorden aan te geven, waardoor je verder blijft lezen. Bij aankomst Auschwitz vindt een eerste selectie plaats, de gevangen die nog van nut kunnen zijn gaan naar het werkkamp, de anderen naar het vernietigingskamp. Vanaf het allereerste begin worden de gevangen die geselecteerd zijn voor het werkkamp ontdaan van hun menselijke waardigheid, stap voor stap. Voor veel gevangenen zijn de ontberingen, het zware werk, de koude en de honger teveel. Primo Levi schrijft dat de woorden die we gebruiken om de ontberingen te beschrijven, niet volstaan:

“Als de Lager langer waren blijven bestaan, zou er een nieuwe grimmige taal zijn ontstaan; en die taal zou nodig zijn om uit te leggen wat het is om de hele dag in wind en vrieskou te werken met aan je lichaam niets dan een hemd, onderbroek en linnen jasje en broek, en erin uitputting, honger en het besef van het komende einde.”

In het boek schetst Primo Levi ook portretten van een aantal medegevangenen, die ieder verschillende overlevingsstrategieën hadden voor het kamp. Maar hiernaast is er ook een massa die anoniem op de achtergrond figureert, mensen die de verschrikkingen en willekeur van het kamp niet hebben overleefd en opgaan in de aantallen. Dit maakt dat dit verhaal een bijna onwerkelijk deel van onze geschiedenis is. Daarom is het belangrijk dat dit soort boeken gelezen blijven worden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *